La Paz
1 december t/m 2 december
04.12.2006
15 °C
Met een lokale bus rijden we van Copacabana naar La Paz. Halverwege moeten we de bus uit, voor een oversteek over het Titicacameer. De bus heeft zijn eigen boot.
La Paz is de hoogstgelegen (officieuze) hoofdstad ter wereld, met 2 miljoen inwoners die wonen tussen de 3600 en 4000 meter hoogte. Wij bereiken de stad vanaf de hoogvlakte, de Altiplano, en rijden eerst door de hoogstgelegen woonwijk El Alto waar de arme indianenbevolking woont. Vanaf El Alto zien we het centrum van La Paz liggen, ver beneden ons in de canyon. Aan de horizon hoge witte bergen. De stad ligt prachtig.
Hartje centrum vinden we ons hotel. Direct voelt La Paz als de leukste hoofdstad van Zuid-Amerika totnogtoe. Het krioelt van de mensen, het hele centrum is een grote marktplaats, en er rijden geen personenwagens. Er rijdt echter wel veel verkeer; honderden minibusjes, tientallen ouderwetse felblauwe en gifgroene grote bussen, en ontelbare taxi´s. Het is dus gezellig druk in de stad. De verkopers op de markt zijn Aymara´s, de lokale indianen, waarvan de vrouwen mooie jurken en een bolhoed dragen.
In de middag bezoeken we en mooie koloniale wijk, waar we zes musea in drie uur bezoeken. Het zijn kleine maar leerzame musea, met carnvalsmaskers, muziekinstrumenten en informatie over de salpeteroorlog uit 1869 (of daaromtrent).
Het laatste museum is het cocamuseum, waar we uitgebreid inzicht krijgen in het belang en de geschiedenis van de cocaplant. De cocabladeren werden al duizenden jaren voor Christus gekauwd, en inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat de bladeren mensen meer energie geven en het hongergevoel wegnemen. De mijnwerkers uit Potosi waren (en zijn) notoire cocakauwers.
Coca bestaat uit 14 stoffen, waarvan cocaïne de bekendste is. Tientallen kilo´s van de cocabladeren worden door middel van kerosine en andere chemische middelen geconcentreerd tot de witte kristallen die men her en der neusaal inneemt.
´s Avonds eten we in Peña Huari, een soort Boliviaanse dinershow met traditionele dansen (c.q. volksdansen).
De volgende dag staan we rond half tien op het vliegveld van La Paz, voor onze verschoven vlucht naar de jungle. Er blijken echter problemen met de vlucht. Om tien uur krijgen we te horen dat we om elf uur meer informatie krijgen, waarna we om elf uur horen dat we om twaalf uur meer informatie krijgen, waarna we om twaalf uur horen dat we om één uur meer informatie krijgen, waarna we om één uur horen dat we om twee uur meer informatie krijgen, waarna we om half drie horen dat de vlucht is afgelast door het slechte weer in de jungle.
We hakken snel de knoop door, laten ons niet op de lijst voor de vlucht van de dag later zetten, en gaan niet voor driemaal is scheepsrecht; de jungle laten we voor wat hij (m/v) is, hoe jammer het ook is, omdat in Bolivia de jungle het fraaist is van geheel Zuid-Amerika. Bovendien slikken we al vier dagen onnodig malariapillen. Met zo´n 100 dollar administratiekosten krijgen we uiteindelijk wel ons geld terug van de vlucht en gereserveerde jungle lodge. Bovendien hebben we ineens vier dagen over in ons schema, dat ons rond kerst naar Paaseiland moet brengen.
We gebruiken de extra tijd in La Paz voor een bezoekje aan het Tiwanaku museum waar we keramiek en beelden zien uit Tiwanaku, de oude pre-inca stad, op 70 kilometer afstand van La Paz, die we morgen gaan bezoeken.
Posted by capibara 05:08 Archived in Bolivia Tagged tourist_sites