Pucon was een leuk stadje en een prima plaats om een paar dagen te blijven. Er is veel te zien en te doen. Maar wij verlaten Pucon en gaan naar Valdivia. Het eerste stuk rijden we een prachtige route langs een aantal meren. Het uitzicht is weer erg mooi en wordt toch nog steeds niet saai.
Valdivia is vernoemd naar de eerste gouverneur van Chili, Pedro de Valdivia. Valdivia is een mooie stad die vooral bekend is vanwege de mooie rivieren waar je boottochten kunt maken. Wij willen echter vandaag nog een deurtje verder en beperken onze stop tot een korte wandeling door het centrum en langs de boulevard van de rivier Rio Calle Calle. Voor een kortere boottocht rijden wij eerst met de auto naar Niebla. De weg loopt langs de rivier, zo krijgen we toch een goed beeld van de mooie omgeving van Valdivia. Net voorbij Niebla stroomt de rivier in de zee. In Niebla nemen we een boot naar Corral, een leuk tochtje van 20 minuten. In Corral bezoeken we het fort, maar dat stelt niet heel veel voor. Wel hebben we hier een mooi uitzicht op de rivier met de eilandjes.
Vanuit Corral gaan we met een ander bootje naar het eiland Mancera. Voor een wandeling over het eiland hebben we vandaag geen tijd, ook hier bezoeken we alleen het fort. Het fort is nog voornamelijk een ruïne, maar het ligt op een mooie plek met een mooi uitzicht over zee.
Wij vervolgen onze rit naar Puerto Varas. Het is al avond als we daar aankomen. Gelukkig vinden we toch nog vrij gemakkelijk een leuke kamer in een soort pension met de naam Villa Germania. We zien in deze omgeving erg veel Duitse invloeden.
Aangezien het inmiddels tot bijna 22:00 uur licht is, kunnen we Puerto Varas ook nog in het licht bekijken. Het is een leuk stadje aan een meer. Wij komen hier over 2 dagen terug voor onze tocht met de boot/bus naar Bariloche (Argentinie). Min of meer toevallig komen we terecht in een leuk restaurant, op palen boven het meer, waar we ook nog eens erg lekker eten.
Vauit Puerto Varas vertrekken we de volgende ochtend naar het eiland Chiloë. Chiloë is na de Falklands het grootste eiland van Zuid-Amerika. Al zeer vroeg werd het eiland veroverd door de Spanjaarden waardoor het lange tijd geïsoleerd bleef. In die tijd ontwikkelde Chiloé een eigen cultuur, een mengsel van Spaanse en Mapuche invloeden. Volgens onze reisgids hangt er ook nu op Chiloë nog steeds een aparte sfeer.
In Pargua nemen wij de veerboot naar Chacao op Chiloë. Het is een leuke overtocht van ongeveer 20 minuten. Terwijl we varen zien we rond de boot veel zeehonden en ook pinguins voorbij zwemmen.
Chacao is een klein plaatsje met een leuke kerk die we even bekijken. Op Chiloë heb je erg veel verschillende kerken. We hebben een boekje met plaatjes van al die kerken, maar we besluiten alleen de kerken op onze route te bekijken.
Onze eerste stop is in Ancud. Het was mogelijk om onderweg een afslag naar zee te maken om een kijkje te nemen bij de oestervangst. Chiloe staat ook bekend vanwege de goede oesters. Er schijnt aan de kust een restaurant te zijn waar je heerlijke oesters kunt eten. Je kunt er echter alleen komen via een onverharde weg. Met onze Corsa hebben we slechte ervaring met het rijden over een onverharde weg. We hebben al geconcludeerd dat we een erg lage onderkant hebben. We nemen dus geen risico meer en beperken ons tot de verharde weg. Bovendien houden we toch niet van oesters, maar dat terzijde. Het betekent ook dat we geen bezoek zullen brengen aan de zogenaamde Pegeuineria. Hier komen de pinguins aan land en kun je ook jonge pinguins zien. Het is jammer dat het voor ons niet toegankelijk is, maar hopelijk gaan wij de komende dagen in Patagonië nog heel veel pinguins zien.
Ancud is een wat groter stadje aan de kust. We maken een wandeling door het centrum, het is aardig maar niet heel bijzonder. We vinden wel een leuke plek voor een picknick met uitzicht op zee. Na Ancud rijden we richting Castro. Het is een route van een kleine 100 km die eigenlijk wel een beetje saai is. Overweg zien we dat er veel houtkap is waardoor er veel kale plekken zijn. We stoppen we nog kort in het plaatsje Dalcahue. Hier kun je boottochtjes maken, maar het zag er niet naar uit dat dat ook nog mogelijk was aan het eind van de middag. We maken een foto van de kerk en rijden door naar Castro. Castro is de hoofdstad van Chiloë en wat ons betreft ook de leukste stad. Op een aantal plaatsen, aan de rand van de stad, staan gekleurde huizen op palen boven het water; palofito´s. Het zijn prachtige plaatjes.
Voor onze overnachting op Chiloe vinden we een erg leuke cabaña zo´n 8 km buiten Castro. Vooralsnog is dit de leukste overnachtingsplaats van deze reis. Het is een gezellig huisje, met open haard en een prachtig uitzicht over de baai. Voor de deur hebben we ook nog een zwembad, maar daarvoor is het helaas te koud. Maar het is een prima avond voor een fles wijn bij de open haard en dat doen we dus ook.
De volgende ochtend rijden we dezelfde weg terug naar de pont. De Panamericana is namelijk de enige verharde weg van noord naar zuid over het eiland. Het is hier echter niet meer de Panamericana zoals we die tot Puerto Montt hadden. Hier is het een 2-baansweg, wat bij ons de ´provinciale weg´zou zijn. Ook na de pont hebben we dezelfde weg terug tot Puerto Montt. Wij rijden tot het vliegveld van Puerto Montt, daar leveren we onze Corsa na 8 dagen weer in.
Chiloë vonden we aardig, achteraf gezien hadden we het kunnen overslaan. Onze cabaña heft het in elk geval toch nog extra leuk gemaakt. Die aparte sfeer op het eiland, die er volgens onze reisgids zijn zijn, hebben wij niet echt gevoeld, behalve dan met het glas wijn voor de open haard...
We hebben weer eens wat foto´s:
Paalwoningen in Castro:

Anje verstoort het uitzicht op de baai:

Romantisch he?

Zomaar wat typisch Chilotische architectuur :
