A Travellerspoint blog

Argentina

Van Tucuman naar Puerto Iguazu

10 februari - 12 februari

sunny 30 °C

Ik zit nu voor de tweede keer hetzelfde verhaal in te tikken. In dit internetcafé heb ik er echter alle vertrouwen in dat de stroom niet uitvalt. Ik zit nu in een erg gezellig internetcafé, versierd met prachtige zelfgemaakte slingers (welkom thuis), diverse leuke kaarten en fleurige bloemen. Het enige ‘nadeel’ is dat ik nu beneden zit en Richard boven, deze scheiding is in de laatste 5 maanden weinig voorgekomen.

Maar goed, dan nu toch nog een stukje verslag. Vanuit Tucuman hebben we een lange reisdag. We vliegen eerst terug naar Buenos Aires, daar stappen we over in een ander vliegtuig naar Posadas, waar we nog een taxi nemen om ons in een uur naar San Ignacio te rijden. We hopen van harte dat dit het laatste taxiritje is waarbij we ons hart weer moeten vasthouden. De snelheid is weer erg hoog en inhalen voor heuvels of bochten blijkt gewoon mogelijk.

San Ignacio is een klein dorp dat op zich niet veel voorstelt, maar het is bekend vanwege de ruïnes van San Ignacio Mini. Dit is de best bewaarde en de grootste jezuïetenmissie van Argentinië. In dit gebied bevinden zich verschillende jezuïetenmissies; nederzettingen van tot het christendom bekeerde indianen. Rond 1600 vond er een ingrijpende verandering plaats in de onderdrukking van de indianen. De Jezuïetengemeenschap kreeg de rol als bestuurder van de missies waar de vreedzaam bekeerde indianen werden ondergebracht. De missie in San Ignacio was een echt dorp, met een klooster, kerk, werkplaatsen e.d.

Na onze aankomst in San Ignacio brengen we een bezoek aan de ruines. Deze zijn nog zo goed bewaard dat we gemakkelijk een beeld kunnen vormen van hoe de missie er rond 1600 uit moet hebben gezien. De omgeving is prachtig met rondom een dicht woud dat doet denken aan de jungle, mede omdat hier ook ineens weer meerdere muggen zitten. Bovendien is het hier ook ineens heel erg vochtig warm. We hebben de hele reis nog niet zo hoeven zweten (als we niets doen) als hier in San Ignacio.

Als we terug lopen naar ons hotel zien we langs de weg een bord waarop wordt aangekondigd dat San Ignacio vanavond carnaval viert. We verwachten er niet veel van, maar aangezien er verder ook niets te doen is, kopen we 2 kaartjes voor een bezoek aan de parade. Het is onduidelijk hoe laat het begint, maar volgens de dame van ons hotel start het rond 22:00 uur. We zitten om 21:00 uur, als enige, op een terrasje langs het dans-parcours waar we een pizza willen bestellen. Terwijl we net zitten valt echter de stroom uit, het is ineens aardedonker. We moeten dus ook nog even wachten op onze pizza. Als na een uur de lampen weer aangaan, krijgen we ook binnen 10 minuten een pizza. Dat is vreemd, we hadden namelijk nog helemaal geen kaart gezien en dus ook nog geen pizza uitgezocht. Maar bij nader inzien blijkt dat niet zo vreemd, het ‘restaurant’ heeft slechts één soort diepvriespizza’s. Het smaakt nergens naar, maar het vult.

Rond 22:30 wordt het langzaam iets drukker, maar er gebeurt nog weinig. Om 23:00 zijn we het wachten wel zat, maar het wordt toch nog steeds drukker, dus we houden nog even vol. We zien ook steeds meer mensen lopen met spuitbussen met schuim. Blijkbaar vinden ze het hier leuk om elkaar met schuim ‘nat’ te spuiten. Ook wij krijgen af en toe wat schuim over ons heen. Om 23:30 uur gaan eindelijk de hekken open. Er verschijnt een groepje danseressen, variërend in leeftijd van 4 tot 30 jaar, in prachtige glinsterende bikini’s en veren op hun hoofd. Daarachter loopt een groep jongens die muziek maken, met vooral veel trommels. Daarna gaan de hekken weer dicht. Na 10 minuten gaan de hekken opnieuw open en komen er weer 2 groepen; eerst danseressen en dan weer de muzikanten, nu ook nog gevolgd door een versierde wagen met Prinses Carnaval. Waarschijnlijk zijn het telkens groepen per wijk of per dansschool. Wij zien zo ongeveer 8 verschillende groepen voorbij komen en zijn verbaasd waar al deze mensen vandaan komen. En dan te bedenken dat het eind nog niet in zicht is. Vooral de danseressen zien er erg mooi uit, bovendien kunnen ze, in onze ogen, erg goed dansen. Toch gaan wij om 1:30 uur als één van de eersten naar bed. Wij moeten morgen weer vroeg op om de bus van 8:00 uur naar Puerto Iguazu te halen. We horen echter dat de muziek nog tot diep in de nacht doorgaat.

Wij staan dus inderdaad de volgende dag om 8:00 uur bij de bushalte voor een rit van 6 uur naar Puerto Iguazu. We gaan hier naar de watervallen van Iguazu. Iguazo betekent ‘groot water’ in Indianentaal. Dit is geen slechte naam als je bedenkt dat over een afstand van 2,5 km 275 watervallen naar beneden storten, variërend van smalle slierten tot brede stromen water. Met een hoogte van 72 meter zijn ze zelfs hoger dan de Niagara watervallen (47 m). Daarbij geldt dat de watervallen van Iguazu rondom omgeven zijn door een prachtige jungle. Dit betekent dat je als bezoeker via verschillende wandelpaden door de jungle langs de verschillende watervallen kunt wandelen. Tenslotte geldt nog dat de watervallen voor twee derde in Argentinië liggen en voor een derde in Brazilië en grenst het ook nog eens aan Paraguay.

De eerste middag bezoeken wij de watervallen aan de Braziliaanse zijde. Hier maken we een mooie wandeling door de jungle die eindigt op een voetgangersbrug onder aan de watervallen, midden in de zogenaamde duivelskloof. Het water klettert met een enorm geweld naar beneden, waardoor er veel water opstuift en wij behoorlijk nat worden. We krijgen deze middag al een goed beeld van de watervallen. Volgens de boeken is het panorama aan de Braziliaanse kant ook het best. Op onze wandeling terug zien we meerdere coati’s, dit zijn neusberen die hier in het wild leven. Later blijkt dat we deze coati's hier nog veel gaan zien en dat ze wat aandacht, en vooral eten, van mensen wel leuk vinden.

De volgende dag brengen we een bezoek aan de Argentijnse zijde van de watervallen. Aan deze kant is het mogelijk om nog meer wandelingen te maken, zowel onderlangs als bovenlangs. Wij maken alle mogelijke wandelingen en zien naast héél veel water ook nog prachtige vlinders, neusberen, 2 apen en een krokodil.

Aan het eind van de dag hebben we ook nog tijd om van het prachtige zwembad van ons hotel te genieten. Wij slapen hier in stijl met een zwembad met een eigen waterval. Wat wil je nog meer? De laatste dag gaan we nog één keer naar de watervallen om nog een mooie wandeling door de jungle te maken. Dit keer naar een kleine waterval die door slechts weinig toeristen wordt bezocht en waar we dus vooral lekker rustig kunnen lopen.

De ruïnes van San Ignacio Mini

Ignacio_1.jpg
Ignacio_2.jpg

Carnaval in San Ignacio

Ignacio_3.jpg
Ignacio_3A.jpg
Ignacio_4.jpg

De watervallen van Iguazu aan de Braziliaanse zijde.

Iguazu_1.jpg
Iguazu_2.jpg

De coati's bij de watervallen.

Iguazu_3.jpg

De watervallen van Iguazu aan de Argentijnse zijde.

Iguazu_4.jpg

Een mooie vlinder waarvan je er vele zag.

Iguazu_5.jpg

Ons zwembadje met eigen waterval.

Iguazu_6.jpg

Posted by anje 12:22 Archived in Argentina Tagged tourist_sites Comments (0)

Van Salta naar Tucuman

4 februari t/m 9 februari

sunny 30 °C

We gaan met een tourtje van Salta naar Cachi, omdat het met het openbaar vervoer niet gaat lukken. Het traject is schitterend. Via een kronkelende weg rijden we door Quebrada de Escoipe, een groene vallei. We zien diverse natuurwonderen, zoals la recta del Tin Tin, een oude lange kaarsrechte Incaweg, en el Parque Nacional los Cardones, met duizenden cactussen. In het dorpje Cachi, ergens verstopt tussen hoge bergen, nemen we onze lunch, waarna we terugkeren naar Salta.

In de afgelopen maanden hebben we het idee gekregen dat we een beetje Spaans konden verstaan. Spreken blijft lastig, maar verstaan gaat wel (vinden we zelf). In de buurt van Salta spreken ze helaas ineens een ander soort Spaans. Wij begrepen bijvoorbeeld al een tijdje dat pollo wordt uitgesproken als pojjo en een kip is, maar hier wordt een kip ineens aangesproken als posjo. Niet dat we ooit posjo of pojjo bestellen, maar het is een voorbeeld van de andere uitspraak van de woorden met dubbele el. Om nog maar te zwijgen van de gewijzigde uitspraken van alle andere letters.

Zo gaan wij de volgende dag naar wat wij Kaffajate noemen, maar wat hier ineens Kafasjate heet. Gelukkig weet de buschauffeur waar het ligt. Helaas hebben we al snel pech met de bus. Na tien minuten staan we stil, en menen we te begrijpen dat de luchtgekoelde remmen het niet goed doen. Op zich is het in de bergen wel handig als de remmen enigszins gekoeld worden, dus zijn we blij dat er hulptroepen komen om de boel te repareren. Na een uurtje gaan we verder, mét remmen.

Het parcours is absoluut prachtig, en uniek ten opzichte van wat we eerder zagen. De vallei tussen Salta en Cafayate wordt gaandeweg steeds mooier. De bergen zijn kameelbruin en diepgroen, maar steeds vaker helemaal okerrood, gekleurd door de mineralen (zoals koper en ijzer) in de stenen. Met het risico om uitgemaakt te worden voor snobs: we vinden het nog het meest lijken op Monument Valley in California. Omdat we het vanuit de bus niet echt goed kunnen zien, nemen we de volgende dag een taxi om het mooiste gedeelte nogmaals te bekijken (en de nodige foto´s te nemen).

Het dorpje Cafayate zelf is erg leuk. De omgeving is prachtig, zoals hierboven beschreven, maar bovendien liggen er tientallen wijngaarden rondom het dorp. We bezoeken op de fiets (zonder versnellingen) de wijngaard van Etchart, en drinken op onze drie avonden in Cafayate graag de (hoofdzakelijk) witte wijnen van de andere wijnhuizen. Wat Cafayate voor ons helemaal compleet maakt, is dat we een van de mooiste hotels van de afgelopen periode hebben, met een heerlijk zwembad. Kortom, we relaxen een paar dagen.

Vanuit Cafayate gaan we vervolgens via Quilmes (de grootste archeologische opgraving van Argentinie) naar Tafi del Vale, een Zwitsers ogend dorpje. In Tafi wordt veel fruit geteeld, en er staan prachtige zomerhuizen van de rijkeren uit Tucuman, waar we ons rondje door dit gedeelte eindigen. In Tucuman is ooit de Argentijnse onafhankelijkheid getekend. De grote stad is ook bekend door de rietsuikerindustrie. Rondom de stad liggen rietsuikerweilanden tot zover we kunnen kijken.

Onderweg tussen Salta en Cachi.

cachi_1.jpg
cachi_2.jpg
cachi_5.jpg

Het dorpje Cachi
cachi_3.jpgcachi_4.jpg

Wijn en biefstuk, dat maakt Argentinie vooral erg lekker.
Cafayate_1.jpg

De vallei tussen Salta en Cafayate
Cafayate_2.jpgCafayate_3.jpg

Onze fietstocht.
Cafayate_4.jpg

Quilmes
Quilmes_1.jpgQuilmes_2.jpg

Tucuman
Tucuman_1.jpg
Tucuman_2.jpg

Posted by capibara 13:55 Archived in Argentina Tagged tourist_sites Comments (1)

Salta en noordelijke omstreken

1 februari t/m 3 februari

sunny 25 °C

De vervolgplanning heeft de nodige hoofdbrekens gekost. Totnogtoe was de route redelijk eenvoudig. We wisten wat we wilden, waar het was, en hoe we er konden komen. Vanaf Buenos Aires wordt het ineens lastiger. Wat willen we eigenlijk nog zien in de komende periode? Hoe plakken we dat een beetje handig aan elkaar vast? We kunnen doorsnellen naar Brazilie, of niet. We kunnen nog een extra stukje Argentinie doen, of niet. We kunnen via Uruguay naar Brazilie, of niet. We kunnen gewoon naar huis gaan, of niet. Die laatste optie valt overigens redelijk snel af...

Uiteindelijk kiezen we voor een extra week in Argentinie, in het noordwesten van het land, aan de kant waar de Andes loopt. We lopen daarmee het risico dat we in herhaling gaan vallen, omdat we de Andes streek al gezien hebben, maar ja, je weet pas zeker hoe iets er uit ziet als je het ziet.

We vliegen daarom toch naar Salta, een stad van zo´n tweehonderdduizend inwoners. Het historische centrum valt een beetje tegen. We hadden al mooiere steden gezien. We gaan er nog met een kabelbaantje naar boven, maar het uitzicht valt wat tegen. We hadden al van mooiere uitzichten genoten.

Vanuit Salta gaan we met de bus naar het noorden, richting Bolivia. Het landschap is wel mooi, maar we hebben het idee dat we al eerder iets dergelijks hebben gezien. We slapen in Tilcara, een echt Andes dorpje, maar we hebben het idee dat we al authentiekere Andes dorpjes hebben gezien. We bezoeken de Pucara van Tilcara, een oude Indianenvesting uit het jaar zevenhonderd, maar we hebben het idee dat we al indrukwekkendere vestingen hebben gezien. Zelfs de muziek in Tilcara klinkt als de panfluitmuziek die we eerder hoorden, en natuurlijk vliegt er in de muziek weer vaak een Condor over (het bekende deuntje ´El Cóndor Pasa´). Anje kijkt naar Richard, Richard kijkt naar Anje, en we hebben allebei het idee dat we elkaar ook al eerder gezien hebben.

´s Avonds eten we samen in een leeg restaurant, want Boca speelt tegen Riverplate. De band die ons is beloofd komt niet eens opdagen. Of toch? Voor we het weten zitten we mee te zingen en te klappen met een band van vijftien jongeren uit Chili, Bolivia en Argentinie, die samen op tradionele instrumenten de mooiste Andes muziek laten horen. Nummers van de hoogvlakte die we nog niet kenden, en erg mooi zijn, soms zelf ontroerend. Ineens is het ommetje naar noordwest Argentinie helemaal geslaagd.

De volgende dag bussen we verder naar Humauaca, het meest authentieke Andesdorp van Argentinie, gelegen op drieduizend meter hoogte. We vallen met onze neus in de Andesboter, want het is 2 februari en dan viert het dorp de jaarlijkse processie van La Nuestra Señora de la Candelaria, de heilige dame van het dorp. We horen de pastoor preken over het belang van geloven en feesten, en we zien gaucho´s door het dorp rijden. In de loop van de middag wordt de heilige Señora door het dorp gedragen, en wordt ze (soms emotioneel) uitgewuifd met witte zakdoekjes. Als het zo doorgaat wordt het ommetje naar noordwest Argentinie misschien zelfs nog wel het leukste ommetje van de reis.

Vanuit Humauaca nemen we de bus weer terug naar Salta, en maken we ons op voor een paar dagen naar het gebied ten zuiden van Salta.

Eén van de kerken in Salta
Salta_1.jpg

De Pucara van Tilcara
Salta_2.jpg

Nogmaals de Pucara van Tilcara met op de achtergrond de gekleurde bergen die we in dit gebied veel zien.
Salta_3.jpg

Een onverwacht mooi optreden in het restaurant in Tilcara. Dit is overigens een klein deel van de band, de hele band past niet op één foto.
Salta_4.jpg

De plaatselijke kroeg in Tilcara
Salta_5.jpg

Het paard van één van de gauchos in Humauaca
Salta_6.jpg

Een leuk straatje in Humauaca
Salta_8.jpg

Wat sfeerbeelden van de jaarlijkse processie van La Nuestra Señora de la Candelaria.
Salta_7.jpg

Salta_9.jpg

Salta_10.jpg

Posted by capibara 13:13 Archived in Argentina Tagged tourist_sites Comments (0)

Buenos Aires

25 januari t/m 31 januari

sunny 28 °C

We vliegen (´s nachts) de ruim drieduizend kilometer van Ushuaia naar Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië, met zo´n 12 miljoen inwoners. We vliegen waarschijnlijk over ontelbare boerderijen op de pampa van Argentinië.

Buenos Aires blijkt de leukste stad totnogtoe. De stad lijkt op een mix van Madrid, Parijs en Napels,en is gelegen aan Rio Plata, een rivier waarvan de overkant niet te zien is. Daarnaast zijn er diverse kleurrijke wijken, wordt er tango gedanst op straat, en zijn er tientallen theaters. Bovendien kent de stad een rijke en bewogen historie. De Argentijnse economie is momenteel aan het opkrabbelen van de crisis van begin 21e eeuw, en we zien inderdaad relatief veel bedelaars (maar ook heel veel kopiën van Maxima, met blonde haren en mooie bruine kuiten).

We bezoeken (in willekeurige volgorde) de wijken:

  • Microcentro (het centrum): Qua koloniale gebouwen van de 16e en 17e eeuw zijn er mooiere steden, maar tijdens de bloei van de stad eind 19e eeuw zijn er veel grote gebouwen gebouwd, zoals het theater Colón en de diverse regeringsgebouwen. Middelpunt van de stad zijn de luxe winkelstraat Florida, de Avenida 9 de Julio (de breedste boulevard ter wereld), en het Plaza de Mayo, hét plein van de stad waar voetbaloverwinningen worden gevierd en waar presidenten worden gevierendeeld; in 2001 werden hier nog de banken bestormd en moest president Rua met de helicopter vluchten uit Casa Rosada, het roze regeringsgebouw.
  • Palermo: In de wijk Palermo liggen grote stadsparken, en brengen we een bezoek aan het museum over Evita Perón, c.q. Eva Duarte, waar we leren wat een topwijf ze eigenlijk was, omdat ze de Argentijnse vrouwen geëmancipeerd heeft en omdat ze veel heeft gedaan om sociale organisaties op te richten. Over de andere kanten van de familie Perón, zoals de nazi-sympathiën van mijnheer Perón, krijgen we geen informatie. Evita wilde vicepresident naast haar man worden, maar het leger vond dat geen goed idee, waarna Perón zijn vrouw op een zijspoor moest zetten. Ze stierf een paar later, op haar 33e, aan kanker. We zien haar naam nog op diverse muren geverfd. Vaak is de verf nog nat. In Palermo bezoeken we ook het Museo de Arte Latinoamericano. Het is een schitterend museum, met een overzicht van de Latijnsamerikaanse moderne kunst.
  • San Telmo: Een erg kleurrijk wijk, die momenteel een grote rommelmarkt is. In de straten van San Telmo proberen tientallen straatartiesten onze aandacht te verdienen. De leukste is een tangodanser die met een pop danst alsof het een echte danseres is. In de wijk bezoeken we tevens het Museo Historico Nacional, maar een aantal zalen wordt helaas omgebouwd, en blijven we ergens steken in de geschiedenis tussen 1760 en 1820.
  • Tigre: Dertig kilometer buiten Buenos Aires ligt, in de delta van Rio Plata, een soort heel groot Giethoorn. We varen er bootje langs mooie optrekjes.
  • Recoleta: De naam van de luxe wijk is vooral bekend vanwege de begraafplaats met dezelfde naam, waar de grootheden van de Argentijnse geschiedenis liggen, waaronder Evita (nadat haar stoffelijke resten eerst jarenlang in o.a. Italië hadden gelegen). Ze ligt sedert een aantal jaren in het familiegraf van de Duartes.
  • La Boca: Het is niet de veiligste wijk van de stad, maar de taxichauffeur wijst ons aan waar we in elk geval niet heen moeten gaan. La Boca is dé volkswijk van de stad. Rond 1920 bedacht een schilder dat de wijk niet mocht wegzakken in grijze arnoede, maar dat de wijk gekleurd moest worden. Alle bewoners werden opgeroepen om fleurige potjes verf te halen en hun huizen de verfen. Resultaat is dat Caminito, het hart van La Boca, volstaat met huizen in de meest bonte kleuren. Middenin La Boca ligt het voetbalstadion van Boca Juniors, waar Maradona een paar jaar gespeeld heeft. We krijgen een rondleiding door het stadion (met op de tribune de gele erestoel die Maradona voor zijn hele leven heeft gekregen), en we bezoeken het museum van Boca Juniors, waar we een overzicht krijgen van de successen van de club, inclusief een standbeeld van pluisje.
  • Puerto Madero: De haven van Buenos Aires was tot een paar jaar geleden een no-go zone voor toeristen; het was er namelijk erg gevaarlijk. Tegenwoordig niet meer. In navolging van Londen zijn de oude opslagplaatsen gerenoveerd tot luxe appartementen, een leuke boulevard en mooie restaurants (en waar we uitendelijk veel te duur en slecht eten).

In La Boca en San Telmo wordt tango gedanst op straat, maar hoofdzakelijk om toeristen een restaurantje in te lokken of om wat bij te verdienen. Het dansen ziet er overigens wel spontaan uit. We bezoeken op een avond de tangoshow Señor Tango, een soort dinnershow. De show is bijzonder profi en de dansers lijken het wel heel goed te kunnen, maar erg spontaan is het allemaal niet.

Plaza de Mayo
BA_2.jpg

De kerk in Recoleta
BA_3A.jpg

Het tango-koppel in San Telmo
BA_4.jpg

Toch elegant, tango dansen op dikke stampers.....
BA_5.jpg
BA_1.jpg

Ik vergeet steeds de naam, maar volgens mij weet iedereen in Nederland, sinds de bruiloft van Willem en Maxima, hoe dit instrument heet.
BA_6.jpg

Het stadion van Boca Juniors. Kijk vooral in het midden naar de gele bank, dit is de bank van Maradona.
BA_7.jpg

BA_8.jpg

Posted by capibara 14:58 Archived in Argentina Tagged tourist_sites Comments (0)

Fin del Mundo

22 t/m 26 januari 2007

sunny 20 °C

Vanuit Punta Arenas nemen we de bus naar Ushuaia, een lange rit van 12 uur. Rond 20:00 uur zijn we in Ushuaia; het eind van de wereld! Ushuaia is het meest zuidelijk gelegen stadje ter wereld, en daar worden we regelmatig aan herinnerd; elke naam is uitgebreid met ´Fin del Mundo’. Die borden zijn overigens helemaal niet nodig, het landschap geeft zelf al het gevoel dat je aan het eind van de wereld bent, en dat is een bijzonder gevoel. Ushuaia is ook de plaats vanwaar de schepen vertrekken naar de Zuidpool. In de haven liggen dan ook zeer verschillende boten: rondvaartboten, enorme cruiseboten en ijsbrekers in verschillende soorten en maten.

Het gebied waarin Ushuaia ligt, heet Tierra del Fuego: Vuurland. Toen de eerste zeereizigers vanuit Europa door het Beagle-kanaal voeren en enorme kampvuren van de Indianen zagen, gaven ze het gebied zijn huidige naam.

Door de zuidelijke ligging en door het feit dat het in Ushuaia vaak hard waait, zijn wij voorbereid op een paar koude dagen. Zullen we ons thermo-ondergoed dan nu toch echt eens kunnen gebruiken? Dat valt tegen, of eigenlijk juist mee. Als we de eerste ochtend wakker worden, schijnt de zon onze kamer binnen. Bovendien zien we aan de boomtoppen dat het windstil is. Het is dus prachtig weer. We grijpen de kans en maken meteen een leuke boottocht door het Beagle kanaal. We zien veel zwart-witte aalscholvers (die overigens op afstand op pinguïns lijken) en zeeleeuwen en de ´fin del mundo' vuurtoren.

’s Middags lopen we door de enige hoofdstraat van Ushuaia. De straat zit vol met souvenir- en kledingwinkels, maar een terrasje voor een lunch kunnen we niet echt vinden. Dit bevestigt wel dat het uitzonderlijk mooi weer is, het is inmiddels echt wel 20 graden. Terrasweer is hier duidelijk niet normaal.

Aan het eind van de middag nemen we de bus naar het nationaal park Tierra del Fuego. We laten ons afzetten bij Lapataia Bay, de plaats waar ook de highway ophoudt. De highway is hier overigens al niet meer dan een grintweg, maar dat terzijde. Via een mooie wandeling, met prachtige uitzichten over de baai, lopen we naar de beverdam. Op deze plek kun je met wat geluk bevers spotten. Wij zijn er nog steeds niet uit of we wel of geen geluk hadden. We zien ‘iets’ zwemmen met een paar takken in zijn bek. We denken dat het een bever is, maar in het museum hebben we gezien dat bevers geen lange dunne staart hebben. Hebben we dan toch alleen maar een rat gezien?

´s Avonds komen we toevallig terecht in een wel erg leuk (en lekker) restaurant. De biefstukken zijn hier echt erg lekker en ook de Argentijnse wijn is prima. Als je daarbij ook nog eens een prachtig uitzicht op de haven en een heel vriendelijk ober hebt, is dat een goede reden om een paar dagen later nog een keer te gaan.

De tweede dag in Ushuaia gaan we paardrijden aan de rand van het nationaal park. Het is nog steeds zomerweer, we kunnen in ons t-shirt rondrijden. We maken een prachtige rit door een afwisselend landschap. Het terrein is heuvelachtig met bos en af en toe moeten we kleine riviertjes trotseren. Aan het eind zelfs een rivier waar het water tot onze voeten komt. Het voordeel van dit terrein is dat we voornamelijk stapvoets gaan en dat is, zeker achteraf, voor ons wel goed geweest. We hebben een paar dagen behoorlijk spierpijn gehad en dat is waarschijnlijk toch gekomen van het draven en gallopperen langs de kust.

De derde dag brengen we door in het nationaal park. We plakken een aantal wandelingen aan elkaar vast, waardoor we uiteindelijk 4 uur wandelen. Het is vandaag wat frisser, maar het heuvelachtige terrein houdt ons wel warm. Halverwege de wandeling komen we in Ensenada Bay. Hier is echt het eind van de wereld, hier staat namelijk ‘correo fin del mundo´; hét postkantoor aan het eind van de wereld. En uiteraard kun je hier kaartjes kopen van ´fin del mundo´ die je dan daar in de bus kunt doen. Dat is natuurlijk een leuke foto, dus sturen we een aantal kaartjes. Alleen naar de mensen waarvan we het adres uit ons hoofd kennen (... en dat zijn alleen de papa´s en mama´s en oma´s ;-).

De laatste dag zien we dat het ook ander weer kan zijn. We worden wakker van de regen tegen ons raam. Mooi weer voor een museumbezoek. We gaan eerst naar het, hoe kan het ook anders, ‘Fin del Mundo’ museum. Het stelt niet veel voor, maar het is wel een leuk bezoekje. Daarna gaan we nog naar de strafkolonie, dit museum bestaat grotendeels uit gevangeniscellen, waardoor je een beeld krijgt van hoe de zwaarste criminelen van het land hun tijd achter slot en grendel doorbrachten. Het was tot de jaren 50 in gebruik als gevangenis. We zien o.a. de cel van ´groot oor´, een crimineel die erg grote oren had en die erg veel moorden had gepleegd. Omdat het ook tevens het scheepvaartmuseum is, zien we ook nog een collectie van Nederlandse scheepsmodellen.

´s Middags is het even droog, maar in de avond begint het weer te regenen. Het juiste moment om te vertrekken en dat doen we dus ook. We vliegen van Ushuaia naar Buenos Aires, waar het weer een heel ander klimaat is. Het thermo ondergoed zal nu zeker niet meer uit de tas hoeven.

De zeeleeuwen en de aalscholvers.
ushuaia_1.jpg

De Fin del Mundo vuurtoren
ushuaia_2.jpg

En zo ziet een beverdam eruit. Toch knap van die kleine beestjes..
ushuaia_1A.jpg

Correo fin del mundo; hét postkantoor aan het eind van de wereld.
ushuaia_2A.jpg

Posted by anje 14:47 Archived in Argentina Tagged tourist_sites Comments (0)

(Entries 1 - 5 of 8) Page [1] 2 » Next